Veelgestelde vragen over een kunstgebit

Een kunstgebit kan nodig zijn wanneer iemand een aanzienlijk aantal tanden mist of waarin de tanden in zo’n slechte staat verkeren dat ze niet meer te redden zijn. Veelvoorkomende redenen waarom iemand een kunstgebit nodig zou kunnen hebben zijn: 

• Tandverlies door tandbederf: als gevolg van tandbederf kunnen tanden zodanig beschadigd raken dat ze niet meer te herstellen zijn en moeten worden verwijderd. 
• Tandverlies door tandvleesaandoeningen: ernstige tandvleesaandoeningen zoals parodontitis kunnen leiden tot tandverlies doordat het tandvlees en het onderliggende bot worden aangetast. 
• Trauma: ongevallen of letsel aan de mond kunnen leiden tot het verlies van één of meerdere tanden. 
• Aangeboren afwezigheid van tanden: sommige mensen worden geboren zonder bepaalde tanden, wat kan leiden tot esthetische en functionele problemen. 
•  Ernstige slijtage van tanden: overmatige slijtage van tanden als gevolg van tandenknarsen (bruxisme), tanderosie of andere factoren kan leiden tot het verlies van tandweefsel, waardoor een kunstgebit noodzakelijk is. 
•  Esthetische redenen: in sommige gevallen kan een kunstgebit worden gebruikt om het uiterlijk van de glimlach te verbeteren en zelfvertrouwen te herstellen bij mensen die ontevreden zijn over hun natuurlijke tanden. 

In het begin zul je moeten wennen aan jouw prothese. Dat is heel normaal. In het geval van een volledige prothese, zoals een kunstgebit, kan je uiterlijk iets veranderen, omdat je gezicht wat voller wordt. Ook praten kan wat onwennig zijn. Je kunt bijvoorbeeld slissen en bepaalde klanken klinken anders. Hier hoef je je niet ongerust over te maken. Na een paar dagen gaat het al beter, zeker als je ook nog wat spraakoefeningen doet. Ook met eten is het in het begin even aanpassen. Kies daarom zacht voedsel, snijd het in stukjes en kauw voorzichtig. Na verloop van tijd kun je weer steviger voedsel eten. 

Je prothese moet regelmatig worden schoongemaakt. Het beste is om na elke maaltijd de prothese te reinigen met een speciale protheseborstel en zeep. Af en toe kun je bruistabletten gebruiken, maar beperk dit zoveel mogelijk.

Het is belangrijk dat je mondgezondheid goed wordt gevolgd, ondanks dat je geen eigen tanden meer hebt. Om pijn te voorkomen en om loszitten van je prothese op tijd te kunnen constateren, is het aan te raden om minstens één keer per jaar voor controle naar de praktijk te komen. Ga ook wanneer je geen klachten hebt. Het slinken van je kaken gaat heel ongemerkt. Het zal je in eerste instantie dus niet opvallen. De tandarts of tandprotheticus kan je prothese weer goed passend maken of kan je op tijd aanraden een nieuwe te nemen, want ook een prothese kan slijten.  

Bij het dragen van een kunstgebit is het belangrijk om onderstaand eten en drinken te vermijden om schade aan de prothese te voorkomen en je mond gezond te houden:  

• Kleverig voedsel: vermijd kleverig voedsel zoals kauwgom, toffees, karamel en plakkerige snoepjes. Deze kunnen aan de prothese blijven plakken en het risico op losraken of beschadigen vergroten.
• Hard voedsel: voorkom het eten van extreem harde voedingsmiddelen zoals harde noten, ijsblokjes en harde snoepjes. Deze kunnen de prothese beschadigen of breken.
• Kleine, harde voedingsmiddelen: wees voorzichtig met kleine, harde voedingsmiddelen zoals zaden en pitten. Deze kunnen onder de prothese komen en voor ongemak zorgen.
• Zeer warme of zeer koude dranken: vermijd het drinken van zeer hete of zeer koude dranken, omdat dit ongemak kan veroorzaken en de vorm van de prothese kan beïnvloeden.
• Zure voedingsmiddelen en dranken: beperk de consumptie van zure voedingsmiddelen en dranken zoals citrusvruchten, tomaten en frisdranken. Zuur voedsel en dranken kunnen het kunstgebit beschadigen en het tandvlees irriteren.
• Koolzuurhoudende dranken: beperk het drinken van koolzuurhoudende dranken zoals frisdrank en bruisend water. Het koolzuur kan ongemak veroorzaken en het materiaal van de prothese aantasten.